Aan het einde van de zwangerschap liggen de meeste baby’s met het hoofdje naar beneden. Dat noemen we een ‘hoofdligging’. Als je baby met zijn billen naar beneden ligt noemen we dat een stuitligging. Een stuitligging geeft meer kans op complicaties tijdens en na de bevalling.
Baby’s bewegen veel en veranderen vaak van ligging. Rond 30 weken ligt ongeveer 25% van de kinderen in stuitligging. Rond de 36 weken liggen de meeste baby’s in hoofdligging en nog ongeveer 3-4% van de baby’s in stuitligging. Er is meestal geen oorzaak waarom een baby in stuitligging ligt.
Als de baby in stuitligging ligt, dan zijn er 2 mogelijkheden:
- Afwachten: Mogelijk draait de baby nog spontaan naar hoofdligging. Die kans is wel klein als je 36 weken zwanger bent en wordt steeds kleiner richting het einde van je zwangerschap. De hoeveelheid vruchtwater neemt dan af en de baby krijgt minder ruimte.
- Uitwendige versie: Dit is het draaien van je kind met de handen aan de buitenkant van de buik van stuitligging naar hoofdligging. Als dat lukt kun je normaal bevallen en kiezen waar en hoe je wilt bevallen.
Uitwendige versie
Bij een uitwendige versie probeert een gespecialiseerde verloskundige of gynaecoloog (versiekundige) met handbewegingen de baby aan de buitenkant van je buik te helpen om een draai voorover of achterover te maken.
Een uitwendige versie is een veilige en effectieve manier om het aantal stuitliggingen te verminderen. De kans dat een versie lukt is gemiddeld 65%. Bij een eerste kindje is het slagingspercentage 45-50%. Is het niet je eerste baby dan is de kans dat de versie succesvol is tussen de 60 en 70%.
Een uitwendige versie kan wat pijnlijk of gevoelig zijn, maar de meeste vrouwen vinden de pijn bij een versie goed te verdragen. Geadviseerd wordt om vooraf rust te nemen en paracetamol te slikken. Door tijdens de versie een diepe buikademhaling te doen en de buik te ontspannen, gaat het draaien makkelijker en is het minder pijnlijk.
Hoe gaat een uitwendige versie?
In deze animatievideo wordt uitgelegd hoe een uitwendige versie gaat.
Is een uitwendige versie veilig?
Er is uitgebreid onderzoek gedaan naar de veiligheid van de uitwendige versie. Er blijkt bijna geen verhoogd risico (minder dan 1%) te zijn op complicaties zoals voortijdig breken van de vliezen, vroeggeboorte of problemen met de navelstreng. Ook is onderzocht of er meer kans is op het loslaten van de placenta na een versie, maar doordat deze complicatie zo zeldzaam is, kon men hier geen verschil in vaststellen. Wel bleek dat tijdens 5% van de versies de hartslag van de baby tijdelijk verlaagt. Dit is een normaal verschijnsel. Door prikkeling van een zenuw op het hoofdje van de baby kan het hartritme vertragen. Binnen 10 minuten is de zenuwprikkeling verdwenen en is de hartslag weer normaal. Bij slechts 1% treedt er geen verbetering op van de hartslag. In dat geval zal er een doorverwijzing plaatsvinden naar de gynaecoloog voor controle van het hartritme door middel van een CTG.
Voorwaarde voor het veilig uitvoeren van een versie is dat de versie gedaan wordt door mensen die er ervaring in hebben, en dat er tijdens de versie (echoscopische) controle plaatsvindt van de hartslag en de ligging van de baby.
Bij ons zijn 2 verloskundigen opgeleid tot versiekundigen, specialisten in het keren van stuitligging: Rosanne en Corianne.
Na de versie
Als de versie is gelukt zal er op korte termijn een afspraak worden gepland op het spreekuur van de verloskundige ter controle van de ligging. Blijft de baby in stuitligging liggen dan is verwijzing naar de gynaecoloog noodzakelijk.
Iedere uitwendige versie wordt geregistreerd in het versie-register van de KNOV. Na de geboorte worden ook een aantal gegevens omtrent de bevalling in dit register vastgelegd. Het versie-register wordt gebruikt voor het verzamelen van landelijke data omtrent stuitligging en de uitwendige versie, maar ook voor anoniem wetenschappelijk onderzoek. Hiervoor zal uiteraard je toestemming voor worden gevraagd.